Liturgie voor 26 november 2023

Tijdens deze dienst zullen we de gemeenteleden gedenken, die het afgelopen kerkelijk jaar zijn overleden. We noemen te midden van de gemeente hun namen voor het aangezicht van de levende God. De nabestaanden van de overleden gemeenteleden worden in de gelegenheid gesteld om een kaars te ontsteken aan de paaskaars. Deze kaars staat symbool voor de opgestane Heer. Hij die om onze zonde aan het kruis gestorven is en onze zonde en pijn gedragen heeft is opgestaan uit de dood en leeft tot in eeuwigheid. Dat kruis is voor ons het teken van nieuw leven geworden, eeuwigheidsleven zelfs, voor ons verkregen door en in Gods geliefde Zoon. In het verdriet dat er is, willen we ons daarbij laten bepalen en bemoedigen. Hij is Degene die nieuw leven schenkt…over de grens van de dood heen.

Woord van welkom

Lied 413

Grote God, wij loven U,

Heer, o sterkste aller sterken!

Heel de wereld buigt voor U

en bewondert Uwe werken.

Die Gij waart te allen tijd,

blijft Gij ook in eeuwigheid.

Alles wat U prijzen kan,

U, de Eeuw’ge, Ongeziene,

looft uw liefd’ en zingt ervan.

Alle eng’len, die U dienen,

roepen U nooit lovensmoe:

Heilig, heilig, heilig toe!

Stil Gebed, bemoediging en groet aansluitend zingen we het ‘Klein Gloria’

Ere zij de Vader en de Zoon, en de Heilige Geest

als in den beginne, nu en immer

en van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Lied 975

Jezus roept hier mensen samen

die in woord, gebed en lied

Gods aanwezigheid beamen,

geen belofte gaat te niet.

Prijs nu God, die goed en trouw is,

prijs de Zoon, die mensen kent,

prijs de Geest die als de Trooster

zich naar ons heeft toegewend.

Jezus roept ons te belijden

Hem als Heer van het heelal,

Hoeder van ons broze lichaam,

Redder van wie faalt of valt.

Zing het uit, laat elk het horen,

Zing het heilige verhaal,

Zeg de wereld: Christus; glorie

Is op aarde neergedaald.

Jezus roept ons tot de ander, zo verschillend als wij zijn,

Ras of huidskleur, rangen, standen –  Jezus trekt geen scheidingslijn.

Ga met vrienden en met vreemden, ga met mensen, groot en klein.

Ga met zaligen en zoekers, die op zoek naar waarheid zijn.

Geboden & Gebed

Lied 8b

1

Zie de zon, zie de maan

Zie de sterren in hun baan

Sterren ontelbaar Overal vandaan

Onvoorstelbaar wonderlijk gedaan

Heer hoe heerlijk is Uw naam!

2

Hoor de zee, hoor de wind

Hoor de regen als hij zingt

Druppels ontelbaar in de oceaan

Onvoorstelbaar wonderlijk gedaan

Heer hoe heerlijk is Uw naam!

3

Ruik een bloem, ruik een vrucht

Ruik de geuren in de lucht

Geuren ontelbaar zweven af en aan

Onvoorstelbaar wonderlijk gedaan

Heer hoe heerlijk is Uw naam!

4

Voel je hart, voel je huid

Voel je adem als je fluit

Mensen ontelbaar overal vandaan

Onvoorstelbaar wonderlijk gedaan

Heer hoe heerlijk is Uw naam!

5

Zie ik de zon de sterren en de maan

Wat een wonder dat ik mag bestaan

Heer hoe heerlijk is Uw naam

Heer hoe heerlijk is Uw naam!

De kinderen gaan naar de kindernevendienst. Wij zingen:

Wij gaan voor even uit elkaar en delen nu het licht

Dat licht vertelt ons iets van God – op Hem zijn wij gericht

Wij geven Gods verhalen door en wie zicht openstelt
ervaart misschien een beetje licht door wat er wordt verteld.
 
Straks zoeken wij elkaar weer op en elk heeft zijn verhaal
Het licht verbindt ons met elkaar: het is voor allemaal!

Eerste Schriftlezing: Jesaja 42:1-8

Hier is mijn dienaar, hem zal Ik steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem vind Ik vreugde, ik heb hem met mijn Geest vervuld. Hij zal alle volken het recht doen kennen. Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet, hij roept niet luidkeels in het openbaar. Het geknakte riet breekt hij niet af, de kwijnende vlam zal hij niet doven. Het recht zal hij zuiver doen kennen, ongebroken en vol vuur zal hij het recht op aarde vestigen; de kustanden zien uit naar zijn onderricht.

Dit zegt God, de Heer, die de hemel heeft geschapen en uitgespannen, die de aarde heeft uitgehamerd met alles wat zij voortbrengt, die de mensen op aarde levensadem geeft en levensgeest aan allen die daar verkeren: In gerechtigheid heb ik, de Heer, jou geroepen. Ik zal je bij de hand nemen en je behoeden. Ik neem je in dienst voor mijn verbond met de mensen en maak je tot een licht voor alle volken, om blinden de ogen te openen, om gevangenen te bevrijden uit de kerker en wie in het duister zitten uit de gevangenis.

Tweede Schriftlezing: Openbaringen 1:10-18

Op de dag van de Heer raakte ik in vervoering. Ik hoorde achter me een luide stem, die klonk als een bazuin en die tegen me zei: ‘Schrijf alles wat je ziet in een boek en stuur dat naar de zeven gemeenten, naar Efeze, Smyrna, Pergamum, Tyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea.’ Ik draaide me om, om te zien welke stem er tegen mij sprak. Toen zag ik zeven gouden lampenstandaards, en daartussen iemand die eruitzag als een mens. Hij was gekleed in een lang gewaad en had een gouden band om zijn borst. Zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol of als sneeuw, en zijn ogen waren als een vlammend vuur. Zijn voeten gloeiden als brons in een oven. Zijn stem klonk als het geluid van geweldige watermassa’s. In zijn rechterhand had hij zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard. Zijn gezicht schitterde als de felle zon. Toen ik Hem zag viel ik als dood voor zijn voeten neer. Maar Hij legde zijn rechterhand op me en zei: ‘Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste. Ik ben degene die leeft; ik was dood, maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk.

Lied 530

De Geest des Heren is op hem

die tot verkondiging verkoren,

ons aanspreekt zodat wij het horen

als hoorden wij Gods eigen stem.

Wat is het dat hij aan ons meldt?

De blijde boodschap voor de armen:

Het overweldigend erbarmen

dat ons gebroken hart herstelt.

Dat de gevangen bevrijdt

en ons verlost uit schade en schade

en meldt het jaar van Gods genade,

zijn recht en zijn barmhartigheid.

Preek: Dienaar van God – Redder van mensen  

Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer (Romeinen 8:38-39).

Lied 534

Hij die de blinden weer liet zien, hun ogen kleur liet ondervinden

Is zelf het licht dat ruimte geeft: Ons levenslicht, de Zoon van God.

Hij die de lammen lopen liet hun dode krachten deed ontvlammen

Is zelf de weg tot waar geluk: Ons levenspad, de Zoon van God.

Hij die de armen voedsel gaf; met overdaad hen kwam verwarmen

Is zelf het brood dat honger stilt: Ons levensbrood, de Zoon van God.

Hij die de doven horen deed; hun eigen oren deed geloven

Is zelf het woord dat waarheid spreekt: Het levend woord, de Zoon van God.

GEDENKEN

Wij noemen de namen van hen die ons zijn ontvallen en gedenken hen in het licht van Pasen:

Henk Oosterveld 

Antje Steenbeek – Lok

Albert Gerrit Koning

Niesje Aafjen Visser – Kraak

Klaas Wallinga

Lied 727, vers 1

Voor alle heil’gen in de heerlijkheid

die U beleden in hun aardse strijd,

zij uw naam lof, o Jezus, te allen tijd!

Halleluja, halleluja!

Klaasje Hogeterp – de Vries

Lammert Weemstra

Jan Tmmerman

Jantje Stuitje – Huiskes

Rinske Gertrui Schaap – ten Veen

Philip Dijs & Maria Dijs – de Jong

Lied 727, vers 10

Van alle einders, van de verste kust

zullen zij vinden vrede, feest en rust,

U lovend, Vader, Zoon, Heilige Geest!

Halleluja, halleluja!

U hebt nu de gelegenheid om een kaarsje te ontsteken aan de paaskaars om, in het licht van Pasen, zelf een geliefde te gedenken

 – GEBEDEN –

Dankgebed en voorbede – samen zingen we het Onze Vader (Lied 1006):

Onze Vader in de hemel, U staat zorgzaam om ons heen

Geef dat alle mensen weten: Zoals U is er maar één.

Doe ons telkens weer geloven in een wereld zonder pijn

In uw rijk dat eens zal komen en dat soms te zien zal zijn.

Help ons samen goed te leven en te doen wat u graag wilt.

Geef ons elke dag te eten tot de honger is gestild.

en vergeef ons wat we fout doen net als wij niet blijven staan

bij de fouten van een ander maar weer samen verder gaan.

Help ons om te zien wat goed is en wat slecht is, boos of naar.

Geef dat wij het juiste kiezen dat we goed zijn voor elkaar.

Onze Vader, wij geloven dat u onze wereld leidt.

Met uw licht helpt u ons verder, hier en nu en straks, altijd.

Amen, amen.

Inzameling van de gaven is na de dienst bij de uitgang

Lied 132, Evangelische Liedbundel

U zij de glorie, opgestane Heer!

U zij de victorie, nu en immermeer.

Uit een blinkend stromen,

daald’ een engel af,

heeft de steen genomen

van ’t verwonnen graf.

U zij de glorie, opgestane Heer!

U zij de victorie, nu en immermeer.

Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer!

Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer.

Weest dan volk des Heren,

blijd’ en welgezind,

en zegt telkenkere:

Christus overwint!

U zij de glorie, opgestane Heer,

U zij de victorie, nu en immermeer.

Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft,

Die mij heeft genezen,

Die mij vrede geeft?

In zijn godd’lijk wezen

is mijn glorie groot,

niets heb ik te vrezen in leven en dood.

U zij de glorie, opgestane Heer,

U zij de victorie, nu en immermeer.

Heenzending en zegen, beantwoord met Lied 415: 3

Amen, amen, amen

Dat wij niet beschamen

Jezus Christus, onze Heer

Amen, God, uw Naam ter eer!