Liturgie voor Goede Vrijdag

Woord van welkom

Zingen: Lied 547: 1 & 4

Met de boom des levens

wegend op zijn rug

droeg de Here Jezus

Gode goede vrucht.

Kyrie eleison,

wees met ons begaan,

doe ons weer verrijzen

uit de dood vandaan.

Laten wij God loven,

leven van het licht,

onze val te boven

in een evenwicht,

Kyrie eleison,

wees met ons begaan,

doe ons weer verrijzen

uit de dood vandaan.

Bemoediging & Groet – Gebed om Gods Tegenwoordigheid

Zingen: Gezang 180: 1 & 4

Gethsémane, die nacht moest eenmaal komen.

De Heiland heeft bewust die weg genomen.

Hij laat zijn doel niet los, wijkt niet terzijde,

aanvaardt het lijden.

Laat Vader, deze beker Mij voorbijgaan;

waar zijn de eng’len die Mij kunnen bijstaan?

Maar, zo Ik niet dit lijden mag ontvlieden,

uw wil geschiede.

Lezing: Lukas 23:1-25

Ze stonden allen op en leidden Hem voor aan Pilatus.

Daar brachten ze de volgende beschuldigingen tegen Hem in: ‘We hebben vastgesteld dat deze man ons volk van het rechte pad afbrengt en de mensen ervan weerhoudt belastingen aan de keizer te betalen en dat Hij van zichzelf zegt de messiaanse koning te zijn.’ Pilatus vroeg Hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus antwoordde: ‘U zegt het.’ Daarop zei Pilatus tegen de hogepriesters en de samengeschoolde menigte: ‘Ik vind niets waaraan deze man schuldig is.’ Maar ze bleven hardnekkig beweren: ‘In heel Judea ruit Hij met zijn onderricht het volk op, van Galilea tot hier!’ Toen Pilatus dit hoorde, vroeg hij aan Jezus of Hij uit Galilea kwam, en toen hij besefte dat Hij onder Herodes’ gezag viel, stuurde hij Hem naar Herodes, die op dat moment in Jeruzalem verbleef.

Herodes was bijzonder blij toen hij Jezus zag, want hij wilde Hem al heel lang ontmoeten omdat hij veel over Hem gehoord had. Bovendien hoopte hij Hem een wonder te zien doen. Hij ondervroeg Hem uitvoerig, maar Jezus antwoordde hem niet één keer. De hogepriesters en de Schriftgeleerden die erbij stonden, brachten zware beschuldigingen tegen Hem in. Hierop begonnen Herodes en zijn soldaten Jezus te honen, en ze dreven de spot met Hem door Hem een pronkgewaad om te hangen. Zo stuurde hij Hem terug naar Pilatus. Op die dag werden Herodes en Pilatus vrienden, terwijl ze altijd elkaars vijanden waren geweest.

Pilatus riep de hogepriesters en de leiders en het volk bij zich en zei tegen hen: ‘U hebt die man voor mij gebracht als iemand die het volk van het rechte pad afbrengt, maar u weet dat ik Hem, toen ik Hem in uw bijzijn verhoorde, aan geen van de zaken waarvan u Hem beticht schuldig heb bevonden. En Herodes evenmin, hij heeft Hem immers naar ons teruggestuurd; Hij heeft niets gedaan waarop de doodstraf staat. Dus zal ik Hem vrijlaten, nadat ik Hem heb laten geselen.’ Maar ze begonnen met zijn allen luidkeels te schreeuwen: ‘Weg met Hem! Laat Barabbas vrij!’ Deze laatste was gevangengezet wegens een oproer dat in de stad had plaatsgevonden en wegens moord. Pilatus praatte opnieuw op hen in omdat hij Jezus wilde vrijlaten. Maar ze schreeuwden het uit: ‘Kruisig Hem, kruisig Hem!’ Voor de derde maal zei hij tegen hen: ‘Wat voor kwaad heeft die man dan gedaan? Ik heb niets gevonden waarvoor Hij de doodstraf verdient. Dus zal ik Hem vrijlaten, nadat ik Hem heb laten geselen.’ Maar ze bleven luidkeels eisen dat Hij gekruisigd zou worden, en met hun geschreeuw wonnen ze het pleit: Pilatus besloot hun eis in te willigen. Hij liet de man gaan die wegens oproer en moord gevangen was gezet en om wiens vrijlating ze hadden gevraagd, en leverde Jezus uit aan hun willekeur.

Zingen: Gezang 177: 1

Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,

in deze zee verzinken mijn gedachten:

o liefde die, om zondaars te bevrijden,

zo zwaar moest lijden.

Lezing: Lukas 23:26-43

Toen Jezus werd weggeleid, hielden de soldaten een zekere Simon van Cyrene aan, die net de stad binnenkwam. Ze legden het kruis op zijn rug en lieten het Hem achter Jezus aan dragen. Een grote volksmenigte volgde Jezus, evenals enkele vrouwen die zich op de borst sloegen en over Hem weeklaagden. Jezus keerde zich echter naar hen om en zei: ‘Dochters van Jeruzalem, huil niet om mij. Huil liever om jezelf en je kinderen, want weet, de tijd zal aanbreken dat men zal zeggen: “Gelukkig wie onvruchtbaar is, gelukkig de moederschoot die niet gebaard heeft en de borst die geen kind heeft gezoogd.” Dan zullen de mensen tegen de bergen zeggen: “Val op ons neer!” en tegen de heuvels: “Bedek ons!” Want als dit gebeurt met het jonge hout, wat zal het verdorde hout dan niet te wachten staan?’ Samen met Jezus werden nog twee anderen, beiden misdadigers, weggeleid om terechtgesteld te worden.

Aangekomen bij de plek die de Schedelplaats heet, werd Hij gekruisigd, samen met de twee misdadigers, de een rechts van Hem, de ander links. Jezus zei: ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen.’ De soldaten verdeelden zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen. Het volk stond toe te kijken. De leiders hoonden Hem en zeiden: ‘Anderen heeft Hij gered; laat Hij nu zichzelf redden als Hij de Messias van God is, zijn uitverkorene!’ Ook de soldaten dreven de spot met Hem, ze gingen voor Hem staan en boden Hem zure wijn aan, terwijl ze zeiden: ‘Als je de koning van de Joden bent, red jezelf dan!’ Boven Hem was een opschrift aangebracht: ‘Dit is de koning van de Joden’. Een van de gekruisigde misdadigers zei spottend tegen Hem: ‘Jij bent toch de Messias? Red jezelf dan en ons erbij!’ Maar de ander wees Hem terecht met de woorden: ‘Heb jij dan zelfs geen ontzag voor God nu je dezelfde straf ondergaat? Wij hebben onze straf verdiend en worden beloond naar onze daden. Maar die man heeft niets onwettigs gedaan.’ En hij zei: ‘Jezus, denk aan mij wanneer u in uw koninkrijk komt.’ Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’

Zingen: Gezang 177: 3

O allerheiligst, onuitspreeklijk wonder:

de Rechter zelf gaat aan het recht ten onder.

O wreed geding; wie kan geheel doorgronden

de vloek der zonden.

Lezing: Lukas 23:44-56

Rond het middaguur werd het donker in het hele land doordat de zon verduisterde. De duisternis hield drie uur aan. Toen scheurde het voorhangsel van de tempel doormidden. En Jezus riep met luide stem: ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest.’ Toen Hij dat gezegd had, blies Hij de laatste adem uit. De centurio zag wat er gebeurd was en loofde God met de woorden: ‘Werkelijk, deze mens was een rechtvaardige!’ De mensen die voor het schouwspel samengekomen waren en de gebeurtenissen hadden gadegeslagen, keerden terug naar huis, terwijl ze zich op de borst sloegen. Alle mensen die Jezus gekend hadden waren op een afstand blijven staan, ook de vrouwen die Hem vanuit Galilea gevolgd waren en alles hadden zien gebeuren.

Er was ook een man die Josef heette en afkomstig was uit de Joodse stad Arimatea. Hij was een raadsheer, een goed en rechtvaardig mens, die de komst van het koninkrijk van God verwachtte en niet had ingestemd met het besluit en de handelwijze van de raad. Hij ging naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. Nadat hij het lichaam van het kruis had gehaald, wikkelde hij het in linnen doeken en legde het in een rotsgraf dat nog nooit was gebruikt. Het was de voorbereidingsdag, de sabbat was bijna aangebroken. De vrouwen die met Jezus waren meegereisd uit Galilea, volgden Josef naar het graf om het te bekijken en om te zien hoe Jezus’ lichaam er werd neergelegd. Daarna gingen ze naar huis en bereidden ze geurige olie en balsem.

Zingen: Gezang 177: 7

Laat mij, o Heer, uw wondre wijsheid prijzen,

dwaasheid en ergernis voor wereldwijzen,

laat mij uw kruis dat sterken zwakheid noemen

als sterkte roemen.

Verkondiging: ‘Koning’

Zingen: Lied 578: 1, 4 & 6

O kostbaar kruis, o wonder Gods,

waaraan de Prins der glorie stierf;

ik wil om U zijn zonder trots,

ik acht verlies wat ik verwierf.

Het rode bloed, zijn koningskleed

bedekt het schandelijke kruis,

dat wordt door alles wat Hij leed

de levensboom van ‘t paradijs.

De aarde zelf is veel te klein

voor wie U waarlijk loven wil.

Uw liefde is een groot geheim,

zij vraagt geheel mijn hart en ziel..

–Viering Heilig Avondmaal–

Inzettingswoorden & gedachtenis

Zingen: Lied 405:2

Heilig, heilig, heilig! Heiligen aanbidden,

werpen aan de glazen zee hun gouden kronen neer.

Eeuwig zij U ere, waar Gij troont te midden

al uwe eng’len, onvolprezen Heer!

Viering

Bij de viering zingen we Lied 574:

Glorie zij U Christus, U leed onze nood,

U ging onze kruisweg, U stierf onze dood,

In de nacht der nachten streed U onze strijd,

U leed onze angsten, onze eenzaamheid.

Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison.

Christus is gekomen in ons aards bestaan,

nam onze gestalte, onze zwakheid aan,

aan het kruishout stierf Hij in gehoorzaamheid.

Hij de schuldeloze, scheldt de schulden kwijt.

Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison

Glorie zij U, Christus, licht in onze nacht,

U verbreekt het donker, alles is volbracht;

geef dat wij een volk zijn dat U toebehoort,

één van ziel en levend bij uw heilig woord.

Kyrie eleison, Christe  eleison, Kyrie eleison.

Dankzegging en lofprijzing

Dankgebed – voorbeden – stil gebed – Onze Vader

Inzameling van de gaven

Slotlied : Lied 590: 1 & 4

Nu valt de nacht, het is volbracht:

de Heer heeft heel zijn leven

voor het menselijk geslacht

in Gods hand gegeven.

‘t Is goed, o Heer, Gij hoeft de eer

van God niet meer te staven.

Leggen wij ons bij U neer,

in uw dood begraven.

Colossenzen 1:15-20

Beeld van God, de onzichtbare, is Hij,

eerstgeborene van heel de schepping:

in Hem is alles geschapen,                                          

alles in de hemel en alles op aarde,

het zichtbare en het onzichtbare,

vorsten en heersers, machten en krachten,

alles is door Hem en voor Hem geschapen.

Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in Hem.

Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk.

Oorsprong is Hij,

eerstgeborene van de doden,

om in alles de eerste te zijn:

in Hem heeft heel de volheid willen wonen

en door Hem en voor Hem alles met zich willen verzoenen,

alles op aarde en alles in de hemel,

door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis.

Heenzending en zegen, beantwoord met 415:3

Amen, amen, amen

Dat wij niet beschamen

Jezus Christus, onze Heer

Amen, God, uw Naam ter eer.

We verlaten in stilte de kerk